maandag 20 juni 2011

Cultuurnota-tip 1: De Cultuurnota als halffabrikaat

De inspraakperiode voor de Leidse Cultuurnota nadert zijn einde. Op de valreep deze dagen mijn bijdrages. Gericht op het benutten van de mogelijkheden die een sterke culturele sector biedt voor het ontwikkelen van Leiden als een succesvolle, aantrekkelijke stad in Nederland.

De kansen door cultuur
De tijd dat cultuur wordt gezien als geldverslindende linkse hobby is voorbij. Tal van onderzoeken tonen aan dat cultuur de stad veel meer oplevert dan ze aan subsidie kost. Met name de recent verschenen Atlas voor Gemeenten 2011 toont overduidelijk aan hoe een cultureel succesvolle stad een economisch succesvolle stad is: huizen worden meer waard (= inkomsten OZB), bewoners en bezoekers geven meer geld uit, mensen willen er graag wonen en bedrijven vestigen zich er graag. Zelfs voor mensen voor wie 'cultuur niet zo hoeft' is een sterke cultuursector van belang: ook de ondersteunende (laaggeschoolde) werkgelegenheid groeit. Veel meer hierover in de atlas en alle publicaties die daar omheen zijn verschenen.

Cultuur als motor achter de ontwikkeling van Leiden
Cultuur is méér dan 'goed voor de sociale cohesie' en 'persoonlijke ontwikkeling'. Cultuur is serious business, zoals cultuurwethouder Jan-Jaap de Haan het eerder noemde. Vanuit deze optiek heb ik gekeken naar de cultuursector in Leiden. Leiden is de 23e stad van Nederland qua omvang, maar de negende cultuurstad. Die kracht zorgt er in belangrijke mate voor dat de stad is wat 'ie is: de negende aantrekkelijkste stad om te wonen, de zesde stad als het gaat om etnische diversiteit, de één na hoogst opgeleide stad van Nederland, de twee na grootste creatieve klasse van Nederland, de vier na jongste stad van Nederland. Leidenaren bezoeken bijna vijf keer per jaar het theater en twee keer per jaar een museum. De bevolking van Leiden is daarmee de één na meest cultuurbezoekende bevolking van Nederland.

De kansen voor cultuur
Ik zie voor de komende jaren drie grote kansen voor Leiden als het gaat om cultuur:

1. Als heel Nederland bezuinigt op cultuur en wij investeren als enigen, dan kunnen we een groot concurrentievoordeel opbouwen ten opzichte van andere steden. Dan hebben we over een paar jaar een voorsprong opgebouwd die niet meer is in te lopen. Doe eens gek, nee, doe eens slim: méér geld voor cultuur! Niet (alleen) door de gemeentelijke portemonnee te trekken, maar (vooral) door het geld in die portemonnee als aanjaaggeld te gebruiken om financiering van derden binnen te halen.

2. Onze stad is groot genoeg om alles te hebben, en klein genoeg om snel samenwerking te zoeken en samen één vuist te maken. Méér samenwerking en zowel fysiek als in programmering de inspanningen op een aantal (inter)nationaal aansprekende pijlers richten. Versterk de huidige nationaal aansprekende pijlers (museumstad, Leids Cabaret Festival etc.) en investeer in aan een aantal kansvolle nieuwe pijlers, met als ambitie deze (inter)nationaal te laten meetellen.

3. We hebben al veel te bieden als cultuurstad! Alleen ziet Nederland dat niet (18e meest populaire stad van Nederland) en zien de Leidenaren dat te weinig. De promotie is te versnipperd & de cultuurinstellingen verstoppen zich elk achter hun eigen voordeur, uitgewaaierd over de hele stad. Verstop onze culturele schatten niet langer, maar treed naar buiten. Open de deuren, open de gevels. Als je nu langs de Oude Singel loopt, heb je geen enkel idee dat je door het één na grootste cultuurkwartier van Nederland loopt. Dat kan beter!

Welke stappen kunnen en moeten we zetten? De komende dagen mijn tips. Maar eerst dit.

De Cultuurnota als halffabrikaat
Moet je eigenlijk wel een Cultuurnota schrijven, vroeg ik me af? Zou je niet beter cultuurelementen kunnen verwerken in de andere nota's, zoals de Onderwijsnota (cultuureducatie), de Sociale nota (cultuurparticipatie), de Binnenstadsnota (cultuurkwartier), de Milieunota (cultuur in het Singelpark), de Economische nota (de podia, het Cultuurwarenhuis, kunst in leegstaande etalages). Het voordeel van zo'n aanpak is dat cultuur financieel en organisatorisch meelift op andere ontwikkelingen en dat als je cultuur zo duidelijk focust je heel transparant maakt hoe cultuur en de cultuursector de ontwikkeling van de stad helpt. Het verplicht je als afdeling Cultuur van de gemeente en als cultuurmakers om na te denken over je meerwaarde.

Ik denk dat er toch een Cultuurnota moet komen, want je wilt het sterkst mogelijke cultuuraanbod in de stad en dan moet je versnippering juist voorkomen. Beschrijf dus je sterktes en zwaktes, je kansen en bedreigingen, maak keuzes. Maar maak vervolgens je hoofdstukken en paragrafen zo dat ze één op één overgenomen kunnen worden in alle andere beleidsvelden en nota's van de stad. Zo'n hybride benadering doet recht aan de kracht die de sterke cultuursector in Leiden heeft als motor onder de gehele economische, sociale en fysieke ontwikkeling van de stad.

Geen opmerkingen: