Sinds ik via het Lucas van Leyden Mecenaat ons Stedelijk Museum De Lakenhal van dichtbij volg, ben ik er nog meer van overtuigd geraakt dat de mate van succes van de culturele instelling samenhangt met de kwaliteit van de directeur. Juist in deze sector maakt het een enorm verschil wie je boegbeeld is.
De nieuwe directeur van de Lakenhal heeft zo'n tomeloze energie, vernieuwingsdrang en enthousiasme dat je daar gráág bij wil zijn als mecenas. Ik merk steeds meer dat je geen bestuurders nodig hebt op die posities, maar ondernemers. Mensen met ambitie, die constant nieuwe wegen zoeken, met aanstekelijk enthousiasme en overtuigingskracht, die het beste uit hun medewerkers weten te halen. Mensen die niet meteen denken waarom iets niet lukt, maar mensen die ervoor zorgen dat het wél lukt.
Inhoudelijke kennis is onontbeerlijk, evenals weten hoe je je in het bestuurlijk landschap moet bewegen. Maar in deze tijden van bezuinigingen heb je bovenal -zeker aan de top- mensen met een ondernemersgeest nodig, wat nogal eens precies het tegenovergestelde is van een bestuurdersgeest.
Als gemeente zou ik iets minder geld steken in institutionele subsidies en dat geld gebruiken voor het inhuren voor een goed headhunterbureau als er een vacature is bij een gemeentelijke cultuurinstelling. De vent (m/v) maakt de tent. Ik zou in elk geval expliciet aandacht besteden aan het gewenste profiel van de mensen in topposities bij (gemeentelijke) culturele instellingen en de wijze waarop zij geworven worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten