woensdag 27 oktober 2010

Tien ideeën voor Leiden winkelstad

Tien concrete ideeën voor impulsen aan Leiden als winkelstad.

1. Neem een acquisiteur in dienst
Iemand die de meest gave, bijzondere, coole, superkwaliteit bedrijven naar Leiden praat. Een dynamisch, communicatief type die het echte verhaal van Leiden vol passie vertelt (3e rijkste regio van het land, 2e historische binnenstad van het land, 2e hoogst opgeleide bevolking van het land, 5e grootste verzorgingsgebied van het land). Zo’n type waar je op slag verliefd op wordt, waar je geen ‘nee’ tegen durft te zeggen. Die charme koppelt aan inhoudelijkheid en overtuigingskracht. Iemand die GEEN (GEEN! GEEEEN!) oeverloos vergader- en notaschrijfcircuit in gaat, maar door binnen- en BUITENland trekt om Leiden en de kansen voor winkeliers verkoopt. O wee als hij/zij langer dan twee uur per week in Leiden is. Tenzij het is om rondleidingen te geven aan geïnteresseerden!

2. Maak van het Rijnlandblok een unieke Leidse Bijenkorf
Als de Bijenkorf onverhoopt niet naar Leiden wil, dan regelen we het zelf. We verkopen het Rijnlandblok aan de Stichting Werk en Onderneming. We maken er de grootste winkel van Leiden van, maar met allemaal shop-in-shops, zoals de Bijenkorf (en onze eigen Van Manen aan Tafel niet te vergeten). Kleine zelfstandigen huren een ruimte in die grote winkel met een startsubsidie. Het eerste jaar betaalt men 70% van de marktconforme huur, het tweede jaar 80, het derde jaar 90% zodat startende enthousiastelingen de gelegenheid krijgen om eenvoudiger te werken naar hun break-evenpoint. Ik heb het altijd al vreemd gevonden dat we startende dienstverleners wel helpen op die manier, maar startende winkeliers niet. Los daarvan: die eigen Leidse Bijenkorf wordt een trendsetter voor heel Nederland. Bijenkorf, eat your heart out! Een warenhuis vol winkeliers die nog echt hart hebben voor hun product.

3. Maak het gebied van de V&D tot het Rijnlandblok tot dé nieuwe A1-locatie
Het LVC komt vrij. Het Rijnlandblok staat leeg. Het oude postkantoor staat leeg. Er zijn winkelruimtes bij de Stadsgehoorzaal. Als er érgens ruimte is om gave, grote nieuwe winkels neer te zetten, dan is het wel op de Breestraat. In alle andere straten zit je klem vanwege het historische karakter en de kleine pandjes en ben je oeverloos bezig met wel/niet verhelen etc, maar het blijft behelpen. In het blok tussen Breestraat en Aalmarkt heb je nog wel de ruimte om een Groot Gebaar te maken. Kan Minerva verplaatst worden, zoals indertijd Quintus? Verbind dat gebied vervolgens met de nieuwe brug thv de Waag én de brug bij de Vrouwensteeg en je hebt een rondje en een nieuwe kern. Met meteen daarnaast het zwerfmilieu Pieterswijk én het zwerfmilieu Cultuurkwartier. Het winkelcentrum wordt dan van een langgerekt lint met wat uitstulpingen (langs de assen Breestraat / Haarlemmerstraat) meer een compact vierkant blok. Een hell of a job, maar de moeite waard omdat het anders volgens mij nooit écht wat gaat worden.

4. De meest kindvriendelijke winkelstad van Nederland
De liefde voor de stad gaat door de maag van de kinderen. Wil je jonge gezinnen naar je winkelstad trekken, dan móet je iets regelen voor de kinderen. En dan meer dan dat je naar een café kunt met een hoekje vol afgekloven potloden. Wij willen een unieke klankfontein van bv Ton van der Meer (Veenfabriek), waarbij het neerkletterende water zorgt voor muziek. Officieel mag je natuurlijk niet zwemmen in die fontein, officieus doen we het natuurlijk allemaal en wordt het dé hit van alle kinderen van Leiden tot Lisse, van Noordwijk tot Nieuwkoop. En we maken onze eigen IKEA-Smaland ergens middenin de Haarlemmerstraat. Daar kun je een uurtje je jonge kinderen achterlaten als je de servieswinkel in wil. Maar dan geen ballenbak, maar wel schilderworkshops, reuzekoekjes bakken, voorleeshoek etc. En, omdat je nu niet meer met je ouders naar Oudshoorn mee mag om servies stuk te smijten, mag je dat nu in Sleutelland doen. Kinderen gooien naar believen kopjes en schotels stuk, om de stukjes vervolgens willekeurig weer aan elkaar te plakken en ziedaar: je hebt je eigen unieke veelkleurige kop en schotel. Véél mooier dan de kop en schotel die je ouders net hebben gekocht.

5. Elke straat zijn eigen unieke karakter
De Stoere Stappers Straat, de Superlekker Eten en Drinken straat, de straat met de meest hippe damesmode. De Boekenstraat (!!!). Ga je naar Leiden, dan weet je precies in welke straat je waarvoor moet zijn. Nu is het een ratjetoe. Bij Benneton koop je een spijkerbroek, twee kilometer verder ga je naar Via Mio voor een ceintuur, om erachter te komen dat ‘ie bij Geddes & Gillmore toch leuker was en loop je weer twee kilometer terug. Leuk als je traint voor de Leiden Marathon, minder leuk als je weinig tijd hebt of die liever spendeert bij de Klankfontein. Dus wat we gaan doen: we gaan de winkels clusteren. Super gaaf gedesignede spandoeken boven de straten geven aan wat je er kunt vinden. Met eigenaren en verhuurders van panden gaan we actief in overleg om dat voor elkaar te krijgen. De eigen accountmanager helpt mee en zoekt naar winkels die passen in het concept van die straat. In de promotie maken we de straten alvast tot wat ze worden: Nieuwe Rijn Lifestyle. Hogewoerd Design. Lange Mare Food. Aalmarkt Fashion. Etc. Inclusief een goed gedesignd spandoek boven de betreffende straat, of een andere manier waarop de bezoeker in één oogopslag ziet wat hij er kan verwachten. Zelfs het bloembakkenproject van de gemeente kan meedoen: designbloemen in de Hogewoerd, bloemen die je kunt eten in de Foodstraat en … De (buitenlandse) steden waar ik het liefste kom (bv Antwerpen, Barcelona, Maastricht, Amsterdam) hebben dat: winkelstraten met krachtige profielen.

6. De beste etalages van Nederland
Een team van Stadslab Leiden is bezig om vijftig leegstaande en vijftig in gebruik zijnde etalages een gaaf concept te geven. Bijvoorbeeld: alle lege winkels in de Breestraat worden ingericht door de musea van Leiden die er hun tentoonstellingen mee aankondigen. De mensen van Media Technology pakken de Haarlemmerstraat. De kunstenaars nemen bezit van het gebied rondom de Nieuwe Rijn. Online (voor boekjes wisselen ze te vaak) kun je routes langs al die bijzondere etalages opzoeken en uitprinten (of meenemen op je mobiel natuurlijk).

7. Rondjes tot je dol wordt
Op te veel plaatsen in de winkelstad loop je de oneindigheid in. Haarlemmerstraat, Hogewoerd, Lange Mare, Morsstraat, Diefsteeg, Pieterskerkchoorsteeg. We gaan rondjes maken. Winkels/horeca op de Langegracht en de Lokhorststraat verbinden Pieterskerkchoorsteeg en Diefsteeg. Het Cultuurkwartier verrijken we met leuke ‘cultuur’ winkeltjes en galeries in de steegjes en pleinen tussen Schouwburg en Vrouwenkerkplein, zodat je samen met de Lange Mare meteen ook een ‘rondje’ hebt. Et cetera. (Gemeente: dus nu alvast de gemeentepanden op het Vrouwenkerkplein winkel/galeriebestemming geven!).

8. Maak van je zwakte je kracht
We klagen over het gebrek aan grote vloeroppervlaktes, over het gebrek aan pleinen. Maak tot de oplossing van je zwakte je kracht! Adverteer in de landelijke dagbladen: bij ons geen grote ketens, maar 430 bijzondere speciaalwinkeltjes waar je nog geholpen wordt door de eigenaar! Kom een biertje, wijntje of Fristi drinken op onze unieke terrasboten!

9. Stimuleer innovatie bij de ondernemers
Investeer in die geweldige wedstrijd Beste Winkel van Leiden, met categorieën als ‘Beste Etalage’ en ‘Beste nieuwkomer’ etc. Laat je winkeliers zien dat wij innovatief ondernemerschap omarmen, dat we deze ondernemers koesteren. Plaats ze op een voetstuk, laat ze een inspirerend voorbeeld zijn voor anderen.

10. Stimuleer dat cultuur, evenementen en winkels elkaar versterken
Leiden Winkelstad, Leiden Cultuurstad en Leiden Kennisstad zijn werelden op zich. Je ziet nu dat cultuur en kennis steeds meer met elkaar gaan samenwerken, in festivals, in panden als De Meelfabriek, en dat op het raakvlak van die werelden de meest spannende, unieke initiatieven ontstaan. Je zou kunnen kijken hoe je ook meer bruggen kunt slaan tussen detailhandel en cultuur/kennis. Denk bv aan jazzmuziek in 200 winkels tijdens de Leidse Jazzweek. Of mobiele winkels tijdens festivals (zo had Kooijker een communicatieboekenwinkeltje tijdens Festival de Verleiding). Varende winkels (parlevinkers) tijdens de Leidse Waterdagen.

Dit even naast alle goede projecten die al lopen, zoals de aanleg van parkeergarages onder Garenmarkt en Lammermarkt, de historische winkelpuien, het autoluw maken van de stad etc.

Geen opmerkingen: