Directeur Meta Knol van de Lakenhal vertelde me dat Leidenaren ongelofelijk geïnteresseerd zijn in hun eigen geschiedenis. Waar landelijk gezien slechts 33% van de inwoners meer wil weten over de historie van de eigen woonplaats, ligt dat percentage in Leiden op maar liefst 79. Het waren dan ook burgers zelf die het initiatief namen tot en geld staken in de oprichting van de Lakenhal als museum voor de Leidse geschiedenis.
Grasduinen door geschiedenis
Je ziet het overal in de stad: groepen mensen die zich vol enthousiasme storten op diverse aspecten van de rijke Leidse geschiedenis. Van de 3 Oktober Vereeniging tot de Vereniging Oud-Leiden, van de Stichting Industrieel Erfgoed Leiden tot de talloze clubs die de geschiedenis van Leidse kunstenaars, wetenschappers of gebouwen bestuderen. Door de kast met al die geschiedenisboeken die over Leiden zijn verschenen in De Slegte kan ik uren grasduinen. En dat onder aanvoering van burgemeester Lenferink, historicus van huisuit, die een onwaarschijnlijke kennis heeft opgebouwd van de geschiedenis van zijn stad.
Kennis en energie bundelen
Het lijkt me interessant om eens te gaan nadenken over wat er kan gebeuren als je die gezamenlijke kennis en energie bij al die honderden personen en organisaties zou bundelen. Of je producten of diensten zou kunnen ontwikkelen die uitstraling zouden kunnen hebben op een landelijk en internationaal publiek. Misschien een goed nieuw Stadslab-project. Heb je zelf ideeën, schroom niet ze naar me door te spelen!
1 opmerking:
Dat is precies waar ik het gisteren over had met een van de andere kandidaatkamerleden, die ooit ook in Leiden woonde! Een dag in het jaar (kwartaal?) dat alle Leidenaars toerist in eigen stad spelen, met het Gilde, met elk jaar gemarkeerd zo;n mooie uitgave over een historisch thema, of een nieuwe wandeling door de stad, of een tentoonstelling, of een film, of iets met verhalen vertellen aan elkaar, maar dan echt voor Leidenaars. Zou toch te gek zijn?
Een reactie posten