Een vier-in-één klap artikel werd het in het Leidsch Dagblad van 11 juni 2009. Ik dacht dat ik werd geïnterviewd over Stadszomernachtsdroom, voor de werving van deelnemers. Maar en passant kwam ook Quartier Leyden, de Stichting Leiden Communicatiestad en de Meelfabriek ter sprake. Vreemd is dat niet, want de meeste projecten die op 27 juni worden besproken hebben raakvlakken met Quartier Leyden. En de Meelfabriek is de grootste parel aan die ketting. In de Meelfabriek komt, net als in Nieuwe Energie, een Huis van de Communicatie. Dat weer een verbinding heeft met de Stichting Leiden Communicatiestad.
Toch lijkt het me goed om ze even uit elkaar te halen, omdat ik ook op het gemeentehuis merk dat al die begrippen soms op één hoop worden gegooid.
De creatieve stad = een stad die aantrekkelijk is voor de creatieve klasse, om in te (gaan) wonen, werken, leren en recreëren. Een stad met aantrekkelijke, bijzondere huizen, hippe horeca, bijzondere winkels, creatieve, innovatieve bedrijven waar je kunt werken, volop spannende kunst en cultuur. Weet je de creatieve klasse aan je te binden als stad, dan besteedt de creatieve klasse er niet alleen zijn geld, maar zorgt deze ook voor beroering door zélf bedrijfjes op te zetten, zélf festivals te organiseren. En daarmee ontstaat een vicieuze cirkel waarmee de stad steeds dynamischer, aantrekkelijker wordt voor alle mensen die er al wonen en die haar bezoeken. Leiden lijkt die dynamiek te kunnen gaan krijgen, maar heeft ook nog stevig op de 'Anton Pieck'-uitstraling die wat minder aantrekkelijk is voor de creatieve klasse. In Leiden is er geen 'eigenaar' van het onderwerp 'Creatieve Stad'. Met deze blog en met Stadszomernachtsdroom probeer ik het thema op de kaart te zetten, nadat de gemeente dat een paar jaar geleden al had gedaan, en mogelijk volgt uit de organisatie van Stadszomernachtsdroom ooit een groter samenwerkingsverband.
De creatieve klasse = grofweg alle mensen in de beroepsbevolking die het moeten hebben van creativiteit in hun werk. Die problemen zoeken en daar innovatieve, creatieve oplossingen bij vinden. Innovatie in de zin van: iets ontwikkelen dat er nog niet was. Een exacte definitie is moeilijk te geven, maar denk aan architecten en ontwerpers, mediamakers, wetenschappers, innovatieve ondernemers in de creatieve industrie (bioscience, communicatie, ICT), techies, festivalorganisatoren, vernieuwende horecamensen en winkeliers, theatermakers, beeldend kunstenaars, componisten, conservatoren etc. De creatieve klasse verdient zijn geld in de creatieve economie. De creatieve klasse in Leiden is na Utrecht en Amsterdam de grootste van Nederland in percentage van de beroepsbevolking. Eén op de drie Leidenaren behoort tot de creatieve klasse, maar velen wonen er alleen en gaan voor werken en cultuur naar andere steden. Zo staan we in Nederland maar op de 24e plaats als het gaat om creatieve bedrijvigheid.
Quartier Leyden = het gebied langs de Maresingel en Zijlsingel, van het station tot en met de Meelfabriek. De 'rafelrand' van de binnenstad, met veel oude en nog deels leegstaande fabrieken die een grote aantrekkingskracht hebben op de creatieve klasse om daar dingen in te doen. Wonen in Nieuw Leyden, uitgaan in het Cultuurkwartier, werken in Nieuwe Energie en de Meelfabriek etc. Wil je de creatieve klasse aan je binden, dan begint het meestal met een plek waar zij haar energie kwijt kan. Zoals Soho en Greenwich Village in New York al in een ver verleden hebben bewezen. Een kloppend hart van de creatieve stad. Quartier Leyden is in het Programma Binnenstad terecht gekomen, en het Projectbureau Binnenstad van de gemeente Leiden is nu belast met de uitvoering. De basisgedachte is dat in het gebied rondom Pieterskerk en Hooglandse Kerk 'conserveren' centraal staat, en in de noordoostrand van de binnenstad 'innoveren'. Zo heeft elke groep zijn eigen stukje stad - en kunnen we vervolgens interessante verbindingen leggen.
Leiden Communicatiestad = De creatieve economie in Leiden leunt op vijf pijlers:
1. Wetenschap en onderwijs
2. Bioscience sector
3. Communicatie (incl. musea, congressen)
4. Kunst en cultuur
5. Technologie
De communicatiesector is één van de vijf pijlers, bijna net zo groot (in aantallen beroepsbeoefenaren) als de biosience sector, alleen nog onzichtbaar. De Stichting Leiden Communicatiestad wil deze pijler verder ontwikkelen. Onder meer door goede creatieve huisvestingsmogelijkheden te bieden aan communicatieondernemers in het Huis van de Communicatie. Maar ook door onderwijs en arbeidsmarkt op elkaar af te stemmen, samenwerking te verbeteren, te werken aan profilering etc.
Huis van de Communicatie = een concept om onderwijs, onderzoek en ondernemerschap op het gebied van communicatie samen te brengen in een aantal panden en gebieden in Leiden. Zodat ze zichtbaarder wordt, en zodat samenwerking wordt bevorderd. Hetzelfde effect als het Bio Science Park. Je kunt naar de 'bio science toelopen' in Leiden. Maar niet naar 'de communicatiesector'. Maar met het Huis van de Communicatie in Nieuwe Energie en straks fase II in de Meelfabriek krijgen we dat effect wel. De Stichting Leiden Communicatiestad is bij beide projecten betrokken en probeert het aanbod op elkaar af te stemmen. Nieuwe Energie en de Meelfabriek liggen beiden toevallig in Quartier Leyden, daarmee kan de communicatiesector als ontwikkelaar en gebruiker een belangrijke rol spelen bij het ontwikkelen van zo'n bruisend creatief en cultureel gebied.
1 opmerking:
"Weet je de creatieve klasse aan je te binden als stad, dan besteedt de creatieve klasse er niet alleen zijn geld, maar zorgt deze ook voor beroering door zélf bedrijfjes op te zetten, zélf festivals te organiseren. En daarmee ontstaat een vicieuze cirkel."
Je zegt het zelf, een vicieuze cirkel. Creativiteit als consumptieproduct. Als een manier om op de markt te concurreren.
-Joel
Een reactie posten