Rotterdam had een grote stand om zijn evenementlocaties te presenteren. De gemeente Den Haag maakte onder The Hague Industrials gezamenlijk reclame voor de vier oude fabriekshallen die ze voor evenementorganisatoren in de aanbieding hebben (bijzonder wel, dat de gemeente Den Haag dat soort oude industriële locaties zelf tot ontwikkeling brengt). De gemeente Noordwijk en Hotels van Oranje hadden elk hun eigen stand. Op Event 11 vorige week in de Jaarbeurshallen kon ik eens goed bestuderen hoe verschillende steden en gebieden zich presenteren aan een publiek van evenementen- en congresorganisatoren.
En Leiden? Leiden Marketing had een stand die naar mijn idee goed paste bij de uitstraling van de stad: bescheiden van omvang, rustig maar kwaliteitvol van vorm en een vriendelijke en deskundige bemensing. Het was niet dé eyecatcher. Geen overdadig geschreeuw en gejuich, maar goed en gedegen een overtuigend verhaal vertellen aan iedereen die wat verder kijkt dan oppervlakkige pracht en praal. Precies Leiden dus.
Een andere prachtige kleine maar doeltreffende stand was trouwens van de provincie Gelderland, met een goed ingevoerde mevrouw die me zelfs antwoord wist op mijn vraag waar ik deze zomer ambachtelijk dakpannen kan bakken met de kinderen. Een droom voor in mijn pensioentijd: een oude steenoven langs de Waal weer tot leven wekken, met het lopend vuur.