dinsdag 8 maart 2011

Cultuur als aanjager van economie

Leidenaren geven per persoon ongeveer € 370 uit aan hun culturele hobby: een muziekinstrument kopen of huren, les nemen, balletschoenen kopen, verf en penselen etc. Samen (50.000 actieve Leidenaren) is dat een slordige € 18 miljoen. Voor het binnenhalen van dat bedrag is verhoudingsgewijs maar weinig subsidie nodig. Voor elke euro die de overheid steekt in subsidie, geven kunstbeoefenaren 10 euro uit.

In Assen gaven bezoekers aan het Drents Museum (terracottalegertentoonstelling) 11,5 miljoen euro uit in winkels, horeca, parkeren etc.

Maastricht verdient jaarlijks 20 miljoen euro aan de kunstbeurs TEFAF, excl. de verdiensten van de toegangskaartjes.

In de Verenigde staten geeft iedereen die 20 dollar besteedt aan een kaartje daarnaast 30 dollar uit in de lokale economie.

Zo maar wat cijfers die werden gepresenteerd op de inspirerende bijeenkomst over de nieuwe Cultuurnota die de gemeente Leiden aan het schrijven is, afgelopen vrijdag in het Scheltemacomplex. Ze tonen maar weer eens aan dat cultuur niet een 'kapitaalvretende linkse hobby' is, maar 'serious business'.

Geen opmerkingen: