De zon komt groot en rood op achter de horizon. Nog nooit zo'n mooie zonsopgang gezien als hier bij de Kaag. Op het podium een boerenkar waarop Paul Koek van de Veenfabriek uit Leiden zijn artiesten aankondigt: dichters, het Akso Schönberg Ensemble, een indrukwekkend muziekstuk van Ton van der Meer. Paul Koek zelf drumt virtuoos met koebellen en klompen. Alles in het teken van het platteland. Boeren snappen theatermakers: beiden zijn ze in de verdrukking. Maar als ze er niet meer zijn zullen ze gemist worden. Wijze woorden van één van de boeren die de Veenfabriek voor haar project Platteland als podium interviewde.
Ik moest die ochtend denken aan Beuningen. Nog geen drieduizend mensen. Je kende er iedereen. Ik speelde een tijdje in de drumfanfare Luctor et Emergo en voetbalde bij de Beuningse Boys. Zoals de meeste jongetjes.
Ons huis stond aan de rand van het dorp toen we er kwamen wonen. Je stapte de achtertuin uit, de Van Suchtelenstraat op en je kon rennen door eindeloze weilanden. Nu moet je een half uur rennen om echt uit het dorp te komen. Twintigduizend mensen wonen er nu in die weilanden.
Ik moest denken aan mijn wekelijkse hardlooprondje vanuit huis in Leiden langs de Oude Rijn, via Oegstgeest naar Valkenburg en Rijnsburg en weer terug. Toen we er tien jaar geleden kwamen wonen, rende je langs dampende grasvelden en zag je de zon aan de horizon opkomen. Leiden, Oegstgeest en Valkenburg rukken nu op. De dampende grasvelden zijn bijna weg, de zonsopgang is bijna weg. Ook hier zullen straks twintigduizend mensen wonen en werken.
Ik schoot vol. Midden in de Warmondse polder. Dit is wat theater kan doen. Dit is waarom ik theater, muziek, poëzie zou missen als het er niet meer zou zijn. Van cultuurmakers, en van boeren, moet je zo veel mogelijk afblijven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten