Vlakbij de Meelfabriek in Leiden ligt een prachtige houten woonboot. Een verbouwd vrachtschip uit +/- 1890, vertelde de Leidse reder Sjaak Veringa me. Eigenaren van vrachtschepen deden dat wel vaker, hun boot verbouwen om in te kunnen wonen. Zeker in slechtere tijden. Langzaam werden grachten straten, vol met woonboten.
Sjaak vertelde me dat woonboten geen monumenten kunnen worden, ze zijn een roerend goed. Ik ben het met hem eens dat dat anders zou moeten. Ze liggen er vaak tientallen jaren en bepalen voor een belangrijk deel het historisch stadsgezicht. Dat wil zeggen: dat zóuden ze kunnen, ware het niet dat nieuwe eigenaren historische bouwsels vaak vervangen door nieuwbouw, waardoor je de kans loopt dat steeds meer grachten er als een soort smaakloze bungalowparken uit gaan zien. 'Schoenendozen' noemt Sjaak ze.
We moeten zuiniger op onze karakteristieke woonboten zijn. Je zou ze tot gemeentelijke monument moeten kunnen laten verklaren. In ruil voor lagere liggelden, zodat de eigenaren meer mogelijkheden hebben om hun woonschepen te conserveren.
1 opmerking:
Een pleidooi, helemaal uit mijn hart gegrepen. Zelf ben ik ook eigenaar van een oud schip (www.sterre1887.nl) en ik verbaas me er nog steeds over dat gemeenten graag goede sier maken met ons varend cultureel erfgoed tijdens festivals als Sail, maar dat ze daarna graag de boten zien vertrekken.
Nederland heeft de grootst6e vloot met historische vaartuigen (klippers, tjalken, skutsjes, etc), omdat ze in de jaren vijftig dankzij de woningnood ontsnapten aan de sloophamers en in de jaren zeventig door een paar fanatieke liefhebbers weer zijn opgebouwd en getuigd.
Laat we hier trots op zijn en veel faciliteiten bieden voor deze oude - niet erkende - monumenten. Dat vinden we ook voor molens, maar die redden het helaas ook niet allemaal.
Een reactie posten