maandag 4 januari 2010

Leidse congressen: gegarandeerd 100% hoofdpijnvrij

Congressen en ik gaan op een of andere manier niet goed samen. Ik vind de meeste congreslocaties oninspirerend, erger me regelmatig aan nietszeggende eenrichtingsverkeer goeroeverhalen, voel me als een koe in de melkstal als ik als in meutes van plenaire sessies naar parallelsessies wordt gedirigeerd en die hele belevenis eindigt vrijwel altijd in een stekende hoofdpijn.

Vergeten
Dat zou op zich geen probleem zijn als dat alleen aan mij ligt, maar ik ervaar dat mensen om mij heen te vaak deze ervaring delen. Aan het eind van de dag ben ik 99% van de gepresenteerde inhoud al weer vergeten. Aan het eind van de week ben ik vergeten op welke plaats het congres ook al weer was. En aan het eind van de maand ben ik vergeten dat ik überhaupt bij een congres ben geweest.

Voorspelbare aanpak
Hoe kan het dan dat de congresmarkt dat signaal niet oppikt (op een enkel bijzonder congres als Picnic na)? Dat het blijft volharden in die voorspelbare aanpak: plenaire spreker, debatje, parallelsessie, lunch, parallelsessie, debatje, plenaire spreker, sponsortasje en tot volgend jaar? En in die voorspelbare locaties? Omdat het lekker veilig is? Eigenlijk wil ik het antwoord niet eens weten. Wat ik wel wil weten, is welk antwoord mijn stad Leiden gaat geven.

Waardevol
Leiden is al een paar jaar druk in de weer om méér congressen en evenementen naar de stad te halen. Ik vind dat heel waardevol: het past goed bij de kennis- en cultuurstad die Leiden wil zijn.
Maar de manier waarop de stad zich op deze markt van congres- en evenementorganisatoren profileert, kan inspirerender.

Concurrentie
Natuurlijk kunnen we schermen met een aantal prachtige en/of ruime congreslocaties als de Pieterskerk, de Stadsgehoorzaal en Nieuwe Energie. Dat moeten we vooral ook blijven doen. En natuurlijk kunnen we onze centrale ligging in de Randstad in de strijd gooien, op een kwartier van Schiphol. Ook dat moeten we blijven doen. Maar het is niet genoeg. Amsterdam heeft óók prachtige (Pakhuis de Zwijger, Felix Meritis) en ruime (Rai) congresgelegenheden. De stad ligt óók dicht bij Schiphol. Ook met steden als Den Haag (Nederlands Congrescentrum etc.) en Utrecht (Jaarbeurs etc.) maak je het jezelf moeilijk om op deze terreinen de concurrentie aan te gaan.

Totaal nieuwe congresconcepten
Ook hier geldt: wie niet sterk is, moet slim zijn. Het meest unieke aan Leiden als congresstad zijn niet zozeer de individuele locaties en de ligging, maar de stad Leiden zelf, en haar inwoners: groot genoeg om alles te hebben, en klein genoeg dat iedereen iedereen kent en snel kan samenwerken. Ik zou een keer creatieve geesten die níet direct uit de congreshoek komen bij elkaar zetten om samen totaal nieuwe congresconcepten te bedenken.

Roemruchte congressen
Zowel inhoudelijk als op het gebied van locaties en aankleding weten de Pauk Koeken en Simone de Jongen vérder te kijken dan het geijkte. Paul Koek heeft dat in het verleden wel bewezen met concepten voor de roemruchte congressen van Eckart Wintzen - de énige congressen waar álle captains of industry op af kwamen omdat het zúlke bijzondere congressen waren. Je komt ongetwijfeld tot superinspirerende, spannende programma's. En dit zijn de mensen die weten hoe je al die prachtige monumentale panden in de binnenstad kunt samensmeden tot de grootste congreslocatie van het land.

Voorbeeld
Een voorbeeld: op de website van de Leidse Schouwburg las ik dat je met een grote groep mensen kunt dineren op het toneel. Dat is op zich bijzonder, maar andere steden doen dat ook. Dus: hoe kun je zo'n idee nog nét een stap verder brengen. Stel dat je de bezoekers laat binnenkomen via de artiesteningang, ze hun aperitief laat drinken in de artiestenbar, zich laat omkleden in de kleedkamers. Ze voelen zich een beetje artiest. Stel dat je ze dan via de coulissen het podium op begeleidt, en dat pas tijdens het voorgerecht de gordijnen opengaan. En dat dan de zaal vol blijkt te zitten met acteurs. Je groep is opeens terecht gekomen in een voorstelling van Festen, of La Grande Bouffe, zonder dat ze het zelf wisten! Obers spelen een rol, misschien zelfs een paar mensen uit de groep blijken een rol te spelen, en het publiek reageert op de gebeurtenissen op het toneel. Dát zou een onvergetelijke avond zijn!

Groter dan de Jaarbeurs
De Pieterskerk heeft al eens uitgerekend dat alle congreslocaties rondom de Pieterskerk samen groter zijn dan de Jaarbeurs in Utrecht én dat de loopafstanden tussen de verschillende locaties kleiner zijn! Waarom maken we daar niet véél meer gebruik van?

100% Hoofdpijnvrij
Waar je bijvoorbeeld op zou kunnen uitkomen is de volgende 'elevator pitch': Leiden Congresstad is de stad van de persoonlijke aandacht, van de interactie, van de intimiteit, van de inhoud, van de verrassing. Zo zou ik congressen in Leiden in de markt zetten: gegarandeerd 100% hoofdpijnvrij. Niet goed, geld terug.

Geen opmerkingen: