In Leiden zijn we erg goed in het elkaar in de put praten over de potentie van onze stad. We zien op een of andere manier liever een half leeg dan een half vol glas. Dat werkt niet mee als je de stad wilt verkopen aan investeerders, toeristen en potentiële bewoners of werkers. 'We winnen het toch nooit van Amsterdam', hoor je vaak. Dat klopt, maar we zouden wel ons best kunnen doen om iets anders tegen de vergelijking met de hoofdstad aan te kijken. Onder het mom: elk nadeel heb z'n voordeel.'Wij hebben geen pleinen' > wij zijn de uitvinders van de terrasboten. Het woord komt uit onze stad!
Onze grachtenpanden zijn veel minder groots (letterlijk: gemiddeld twee verdiepingen minder) > wij hebben zonnige grachten.
De binnenstad is nauwelijks te bereiken per auto > onze stad heeft de schoonste lucht van alle steden in de Randstad.
De Haarlemmerstraat is veel te lang > wij hebben bijna de langste winkelstraat van Nederland (op Dordrecht en Apeldoorn na).
Leiden heeft de minste grote winkelketens van alle steden in Nederland > wij hebben de meeste 'independent stores' van het land. In Kopenhagen, waar ik de afgelopen twee weken op vakantie was, wordt dat juist als een kracht van de stad verkocht.
We hebben weinig festivals en evenementen > het is bij ons lekker rustig.
We hebben veel minder toeristen > bij ons geen wachtrijen bij de kassa's van de musea.
Ga zo maar door. Het zou voor Leiden Marketing een interessante exercitie zijn om eens na te gaan wat we níet hebben, en juist dat te vermarkten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten