Heb net gekeken uit welke sectoren de deelnemers morgen aan Stadszomernachtsdroom komen. Twee sectoren zijn veruit het best vertegenwoordigd: Kunst & Cultuur en Communicatie, met 60 vertegenwoordigers elk. Daarna overheid (20), Onderwijs & wetenschap (15), architectuur/design en bioscience (elk 10). En dan nog een stuk of 50 mensen uit andere sectoren.
Het bevestigt mijn vermoeden dat de energie om iets met de (binnen)stad van Leiden te doen van nature bij kunstenaars, cultuurmakers en mensen uit de communicatiehoek zit. Omdat het a) twee grote sectoren zijn en b) er bij de biosciencesector en de universiteit minder behoefte of tijd is om zich met de stad bezig te houden. Wat ik merk is dat veel mensen die daar werken hun focus hebben op de internationale wetenschappelijke werkveld en minder toekomen aan de eigen stad. Maar ze zijn er gelukkig wel, mensen die enthousiast meedenken uit academische kringen.
Deze situatie is natuurlijk wel te begrijpen, maar toch zou het geen kwaad kunnen als een bredere groep méér voor de eigen stad zou doen. Uit onderzoek blijkt dat het merendeel van de schoolverlaters éérst de stad kiest waar ze gaan studeren, en dán pas de studie. Dus: hoe spannender de stad Leiden is voor een jong publiek en hoe beter het zich profileert, hoe meer studenten de universiteit (en hogeschool) trekt. En hoe meer studenten er zijn, hoe groter de vijver is voor bijvoorbeeld biosciencebedrijven om talentvolle werknemers te trekken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten