woensdag 22 april 2009

Leiden Centraal helpt het handelstekort

Je hoort mensen nogal eens trots vertellen dat Leiden het vijfde treinstation van Nederland is in aantallen reizigers die hier in- en uitstappen. Dat vind ik niet zo verbazingwekkend, als je bedenkt dat Leiden de zesde stad van Nederland zou zijn als je alle dorpen die er als stadswijken aan vast zijn geplakt rekent bij de stad. Wat ik inmiddels wel verbazingwekkend vind, is dat dat als een kracht wordt ervaren voor Leiden. Dat deed ik tot voor kort ook.

Volgens de cijfers werkt het grootste deel van de creatieve Leidenaars buiten de gemeentegrenzen. Ze verdienen hun geld in Den Haag, Amsterdam, Rotterdam. En menigeen gaat daar heen om te winkelen, cultuur te bezoeken. Meer dan omgedraaid: dat mensen van buiten Leiden naar Leiden komen. Dus de aanwezigheid van een mooi centraal gelegen treinstation werkt een handelstekort in de hand. De vraag is of we wel blij moeten zijn met het station als het om de economische ontwikkeling van de stad gaat.

Ik kwam daar op in een gesprek met Ruud Visser van het LVC. Hij was altijd blij met het feit dat Leiden op het Randstedelijk treinnachtnet is aangesloten. Want dan kunnen mensen van buiten de stad makkelijk naar Leiden komen om in het LVC naar een concert te gaan. Totdat hij sprak met de mensen van het Patronaat in Haarlem, ook een poptempel. Die tot zijn stomme verbazing vertelden dat ze blij waren dat Haarlem níet op het nachtnet was aangesloten, omdat Haarlemmers dan de stad niet meer uit gaan, maar in de stad zélf de concerten bezoeken.

Geen opmerkingen: