dinsdag 20 januari 2009

Dit is mijn vak niet

Sinds een paar weken ben ik erachter. Ik weet nu hoe het komt dat ik me bemoei met dingen die helemaal mijn vak niet zijn. Ik bedoel: op de Academie voor de Journalistiek leer je niet hoe je een stad ontwerpt, of een creatief gebouw inricht.


Met dochter Sophie van 8 bekeek ik laatst jeugdfoto's van mezelf rondom die leeftijd. Toen werd het me duidelijk. Ik heb zo lang ik me kan herinneren nooit normaal naar een voorstelling kunnen kijken, een museum kunnen bezoeken, door een stad kunnen lopen. Op een of andere manier heb ik altijd het 'geheim' van een succesvol museum, een succesvolle stad willen doorgronden. Als alle kinderen naar de poppenkastvoorstelling keken, keek ik naar de poppenkast zelf. Geen idéé waar de voorstelling over ging. Gingen we naar een kasteel, dan lette ik niet op het verhaal over de koning die er woonde, maar op de gids zélf: hoe brengt hij zijn verhaal?


Ook nu, als ik door spannende steden in het buitenland loop, ben ik met een soort van voortdurende analyse bezig: hoe lopen bezoekersstromen, waar is het druk, waar niet, waar ontmoet wie elkaar en wat doen ze dan? Wat is spontaan ontstaan, wat bedacht op de tekentafels van stedenbouwkundigen? Hoe worden verleden, heden en toekomst met elkaar gemixt, wat is een goede balans? Hoe lopen functies als wonen, werken, leren en recreëren in elkaar over? Welke sfeer geeft welk gebouw, welk type functie past bij welk type gebouw? Wat zijn minimum vereisten om een stad tot leven te brengen? Welk DNA van de bevolking leidt tot welk type stad? Hoe komt het dat deze stad naar binnen is gekeerd, en die naar buiten? Waarom voel je je in de ene stad welkom en in de andere niet? Hoe verkoopt een stad zich, of een buurt in de stad? Hoe breng je 24 uur in een stad door, waar zijn de plaatsen van rust, van activiteit, van service?


In mijn herinnering heb ik nooit iets anders gedaan dan dit. Als ik terugdenk aan steden, zijn dat in de eerste plaats goed functionerende steden. Niet zozeer steden die 'mooi' waren, of waar je lekker kon shoppen of uitgaan. Daar komt bij: ik kan vervolgens echt ontroerd raken door steden of gebouwen of gebieden. Dus echt letterlijk, dat er tranen in je ogen opwellen, dat je een brok in je keel krijgt, of vlinders in je buik.

Geen opmerkingen: