woensdag 30 maart 2011

Stedelijke netwerken zijn contraproductief

Moeten we als Leiden samenwerken met Den Haag (Culturele Hoofdstad), of met de Zuidvleugel, of met Amsterdam? Helpt dat onze stad verder? Nee. Juist de concurrentie tussen steden maakt steden sterker, en de onderlinge verscheidenheid groter, zegt onderzoeker Gerard Marlet in zijn interessante boek 'De aantrekkelijke stad'.

Hij geeft het Knooppunt Arnhem-Nijmegen als voorbeeld. 'Van het culturele aanbod in Nijmegen profiteert niet Arnhem, maar alleen Nijmegen zelf', schrijft hij op basis van zijn onderzoek. 'Een productieve hoogopgeleide die besluit om vanwege dat culturele aanbod in Nijmegen te gaan wonen, woont per definitie niet in Arnhem, en zal de economie van Nijmegen stimuleren, en niet die van Arnhem. Van een afspraak tussen die twee steden over het verdelen van stedelijke voorzieningen profiteren ook niet automatisch beide steden. Als Arnhem al zou moeten willen samenwerken, dan liever met de omliggende dorpen, om de financiering van de voorzieningen in de Arnhemse binnenstad en de verdeling van de voorraad sociale huurwoningen te regelen. Of met een stad als Heerlen, om van elkaar te leren en de krachten te bundelen in de strijd tegen respectievelijk Nijmegen en Maastricht, de aantrekkelijke steden in de buurt.'

Hij geeft aan dat het soms wél handig is om samen te werken, bijvoorbeeld bij grensoverschrijdende investeringen in infrastructuur. Maar verder: regel de zaken goed met je naaste buren (daarvoor bestaat rond Leiden samenwerkingsorgaan Holland Rijnland), en bouw verder vanuit je eigen kracht aan je concurrentiepositie. Ik ben geen expert in regionale samenwerking, maar het klinkt wel logisch wat Gerard Marlet zegt.

Over het meebetalen aan gezamenlijke voorzieningen: ik ben benieuwd hoe het staat met de gesprekken met regiogemeenten over het aanleggen van een nieuwe 400 meter ijsbaan. Zag laatst weer in de Tom Menkenhal volop schaatspakken van de schaatsclubs uit Katwijk, Noordwijk, Voorschoten en andere omliggende dorpen. Het zou me niet verbazen als er meer mensen van buiten Leiden dan van Leiden zelf op de overjarige ijsvloer te vinden zijn. Als iedereen zijn steentje bijdraagt, kunnen we misschien wél de ijshal realiseren die de stad in zijn eentje niet kan ophoesten.

Geen opmerkingen: