maandag 29 november 2010

Een goede stad is de vijand van een geweldige stad

Eigenlijk gaat het te goed in Leiden.

Waarom zouden we ons druk maken over Leiden als winkelstad? Leidenaren geven Leiden als winkelstad een kleine zeven. Idem dito voor Leiden als woonstad, cultuurstad, binnenstad. Overal scoren we een  zeven.

Er is echter één probleem. Als jij zevens scoort in een klas vol met zessen, dan ben je de held. Maar als jij dikke zevens scoort en iedereen om je heen achten of hoger, dan ben je opeens het lulletje van de klas.

Het heeft geen zin om naar de waardering als zodanig van Leiden te kijken van winkelend publiek, toeristen, cultuurliefhebbers, ondernemers, studenten. Het gaat erom hoe jij het doet ten opzichte van de concurrerende steden om je heen. Wij kunnen nog zo'n mooie, levendige stad hebben: als Amsterdam of Groningen of Utrecht nog mooier en levendiger zijn, dan zal een belangrijk deel van de aanstaand studenten voor die stad kiezen als ze het huis uit gaan om te studeren. En verliezen wij marktaandeel. Als wij in Leiden een prima creatief bedrijvenverzamelgebouw opzetten, maar in Den Haag staat een aantal méér dan prima bedrijvenverzamelgebouwen, dan zullen ondernemers eerder voor Den Haag kiezen. Et cetera.

De vloek van de zeven. Je doet het op zich goed. Alleen de rest doet het beter. Maar de zeven verblindt. Het is immers een ruime voldoende? Je hebt een lekker rustig leventje, de zeven geeft geen reden voor paniek. Te laat ontdek je dat iedereen om je heen al jaren veel beter scoort, en gaandeweg steeds meer op je uitloopt.

Wat dat betreft had Maastricht het voordeel dat het twintig jaar geleden écht op sterven na dood was, met een stad die na het verdwijnen van de mijnbouw nog maar weinig waard was. Alle hens aan dek om de stad te redden: een nieuwe universiteit, een nieuw ziekenhuis, een MECC, Céramique, vernieuwing van de Maasboulevards, een grondige opknapbeurt voor het Jekerkwartier en zie: de stad ontwikkelde zich van een stad met een dikke onvoldoende naar de één na populairste stad van het land.

Wij hebben het voordeel dat we niet van zo ver hoeven te komen. En het nadeel dat we soms niet in de gaten hebben dat we wel flink vooruit moeten. Het zou al winst zijn als we ons dat zouden realiseren. Om daarna eens te kijken of het lukt om wat meer achten en negens te halen. Om van een goede stad een geweldige stad te maken.

Johan Cruijff zei het mooi: zevens omringen zich met zesjes. Dat is veilig. We zoeken naar Nederlandse steden die ongeveer even groot zijn en zoeken dan naar de punten waarop we beter zijn. 'Maar wij hebben een schouwburg, een universiteit, het vijfde treinstation van Nederland.' Allemaal waar.

Negens omringen zich met tienen, zegt Cruijff: zij willen nóg beter worden. Ze willen leren van de tienen. Dat is wat wij moeten doen, vind ik. Kijken naar steden die groter of beter zijn, in binnen- en buitenland, kijken wat we van ze kunnen leren. Om vervolgens je eigen kracht te ontdekken, onontdekte mogelijkheden te zien en vol energie jezelf elke dag weer te overtreffen.

Geen opmerkingen: