Complimenten voor het team van Stadspartners Leiden dat vandaag het merkkader voor de stad Leiden presenteerde. Veel beeldbepalende personen waren naar het Visitor Centre in aanbouw gekomen om te horen en te zien hoe Leiden bezoekers, ondernemers etc. gaat verleiden om naar de stad te komen (zie foto).
Focus op de kosmopoliet
Wat ik goed vind aan de visie is dat men zich heeft gefocust op een doelgroep: "Kwaliteitszoekers en ontdekkers uit de hogere regionen van de markt, kosmopolieten die ontplooien en beleven integreren met maatschappelijk succes, materialisme en genieten." Zonder daarbij andere doelgroepen uit het oog te verliezen.
Focussen is goed omdat je in de concurrentiestrijd met andere steden je een duidelijk profiel moet hebben (Leiden, stad van ontdekkingen). Een hoop steden hebben een oude binnenstad bijvoorbeeld. Waarom zou je naar Leiden gaan, en niet naar Delft of Gouda? Het is ook goed omdat het aanbod van de stad al goed aansluit op deze doelgroep. Je kunt niet iets verkopen wat je niet hebt.
Ruimte voor groei aan de bovenkant
En het is goed als aantrekkelijk doel om als stad naartoe te werken: het ontwikkelen van aanbod voor de creatieve klasse. De onderkant en middengroep van de markt is aardig afgedekt met het huidige aanbod aan winkels, horeca, evenementen (3 Oktober, Lakenfeesten etc.) en culturele voorzieningen. Ruimte voor groei zit er aan de bovenkant: dit zijn de mensen die makkelijk switchen naar andere steden als Leiden zelf te weinig te bieden heeft. Bijvoorbeeld het Kunst & Kennisfestival dat voor 15, 16 en 17 oktober 2009 gepland staat, past uitstekend in de filosofie.
Graag géén cultuurhistorie, maar cultuur
Het enige waar ik moeite mee heb, is dat de stad zich wil profileren met "kennis en cultuurhistorie." Wat mij betreft mag dat woordje 'historie' eraf. Natuurlijk is het mooi dat wij de oudste universiteit hebben, de oudste schouwburg, een van de oudste binnensteden etc. etc. Natuurlijk zijn we daar trots op. En natuurlijk spreekt het aan bij mensen van buiten Leiden. Maar trek je daar het gewenste kosmopolitische publiek dat zichzelf wil ontplooien?
Ik wil ook het heden en de toekomst zien
Naar Anton Pieckachtige steden, daar ging ik vroeger met mijn ouders heen. Maar de jonge kosmopoliet zoekt de vernieuwing, reist daarvoor desnoods af naar Berlijn, Bilbao of Barcelona, de steden waar het gebeurt. Naar de IJ-oevers in Amsterdam, of de Kop van Zuid in Rotterdam. Ik zou niet (alleen) willen studeren aan een universiteit omdat deze toevallig de oudste is, maar omdat het dé plek is waar je moet zijn als het om innovatie gaat. Ik wil hooguit één keer naar de Leidse Schouwburg omdat het de oudste is, maar ik wil er vooral heen omdat daar de premières en spannende producties zijn. Ik wil niet naar een museum om alleen het verleden te ontdekken; ik wil ook het heden en de toekomst zien. Ik wil erover mee kunnen praten, voorop lopen.
'Bij een ouwe lul ga je niet op visite', kopte Sanoma-tijdschriftengoeroe Rob van Vuure laatst boven zijn column. Daarmee aangevend dat tijdschriften rustig aan moeten doen met het groots vieren van hun jubileumnummers. Ik ben het daar helemaal mee eens. Leiden heeft zo veel actuele kunst en cultuur te bieden, van Paul Koek tot Armin van Buuren, van het Scheltema tot Haagweg 4. De Meelfabriek is over een paar jaar een bedevaartsoort voor liefhebbers van moderne architectuur. Ik zou zeggen: profileer je niet als een ouwe lul met verhalen over vroeger, maar als een jonge ondernemende geest die spannende nieuwe verhalen te vertellen heeft - met respect voor het verleden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten